06-10299555
info@satokokitahara.nl

Gedragscode voor leden

Wij volgen de gedragscode van Scouting Nederland ( Document ), aanvullend hebben we eigen afspraken gemaakt. Zie hieronder.

Gedragscode voor de leden

  1. Algemeen:
  • Wees op de afgesproken tijd aanwezig bij de opkomsten.
  • Kun je een opkomst niet? Geef dit uiterlijk de woensdag voor de opkomst aan bij de leiding.
  • Wij stellen het op prijs dat ieder lid zijn scoutfit of groepst-shirt of groepstrui aan heeft.

 

  1. Alcohol en energydrank:
  • Alle jeugdleden van 18 jaar en ouder die wettelijk mogen drinken mogen dat onder voorwaarden ook op scouting.
    Voorwaarden:
    • Het mag alleen met mate, onder toezicht en in principe buiten het spelprogramma.
    • Bij kampen en weekenden kan hier gelegenheid voor worden gegeven door de leiding.
    • Ouders geven aan of hun dochter wel of niet mag drinken.
  1. Roken en/of vapen:

Alle jeugdleden van 16 jaar en ouder die wettelijk mogen roken of vapen, mogen dat onder voorwaarden ook op scouting. Voorwaarden:

  • Het mag alleen buiten het spelprogramma.
  • Bij kampen en weekenden kan hier gelegenheid voor worden gegeven door de leiding.
  • In loods, clubgebouw, tenten en boten mag niet gerookt worden.
  • Ouders geven aan of hun dochter wel of niet mag roken.

 

  1. Drugs:
  • Drugs is niet toegestaan op grond van de Nederlandse wet en de gedragscode van Scouting Nederland.

 

  1. Mobiele telefoons:
  • Bij opkomsten, kampen en weekenden bepaalt de (bege)leiding of en wanneer de telefoon gebuikt mag worden. 

 

  1. Gebruik social media:
  • Zorg dat je bewust bent van de berichten die je op internet plaatst.
  • Denk hierbij aan het imago van de groep in zijn geheel.
  • Vraag bij twijfel advies aan de (bege)leiding.

 

  1. Zeilen:
  • Jeugdleden die de theorie en praktijk beheersen op CWO 2-niveau mogen tot en met windkracht 3 zelfstandig zeilen tijdens de opkomsten.
  • Jeugdleden die de theorie en praktijk beheersen op CWO 3-niveau mogen tot en met windkracht 6 zelfstandig zeilen tijden de opkomsten.
  • Jeugdleden vanaf de speltak explorers die de theorie en praktijk beheersen op CWO 3-niveau   mogen zelfstandig een boot lenen buiten de opkomsten. Hier moet toestemming voor worden gevraagd bij Mireille (in verband het de verhuur van de boten) en dan doorgeven aan de eigen leiding.
    Het zeilniveau van de leden wordt ten allen tijden door de (bege)leiding vastgesteld.
  1. Gebruik reddingsvesten op het water

De richtlijn is dat ieder bemanningslid een reddingsvest draagt, behalve als de voor de activiteit verantwoordelijke besluit dat er geen gevaarlijke situatie te verwachten is, waarbij het dragen van een reddingsvest het risico vermindert. Concreet houdt dit in dat:

  • De verantwoordelijke in het vaartuig tijdens de vaartocht de situatie ter plekke inschat en zelfstandig kan besluiten dat de bemanning alsnog reddingsvesten draagt.
  • Aan boord van een varend vaartuig er minimaal voor elke opvarende een reddingsvest is.

Situaties waarin bemanningsleden aan boord altijd een reddingsvest dragen

  • Jeugdleden jonger dan 11 jaar, ook al kunnen ze zwemmen.
  • Alle niet-zwemmers aan boord van schepen.
  • Alle opvarenden van open (zeil)boten bij ruw weer zoals windkracht- of windstoten van 5Bft of hoger (en als er wordt gereefd) of bij mist.
  • Alle opvarenden tijdens het varen op stromend water en getijdenwater
  • Alle opvarenden als de watertemperatuur onder de 15° Celsius komt.
  • Alle opvarenden indien op ruim en/of druk bevaren wateren gevaren wordt. Vermindert
  • Iedereen die een zeilpak, regenpak en/of laarzen aan heeft
  • Wanneer er gevaren wordt in een sleep