Wij volgen de gedragscode van Scouting Nederland ( Document ), aanvullend hebben we eigen afspraken gemaakt. Zie hieronder.
Gedragscode voor de (bege)leiding en overige vrijwilligers
1. Algemeen:
– (Bege)leiding is minimaal een kwartier voor de opkomst aanwezig.
2. Alcohol en energydrank:
– Tijdens opkomsten wordt geen alcohol gebruikt. Er kan een uitzondering gemaakt worden voor speciale opkomsten, dan is er minimaal 1 (bege)leider nuchter.
– Buiten de opkomst en tijdens weekenden en kamp mag er met mate gedronken worden. Er blijven altijd minimaal twee (bege)leiders leiding nuchter waarbij bij voorkeur één (bege)leider een auto en rijbewijs tot zijn/haar beschikking heeft en EHBO kan verlenen.
3. Roken:
– Roken is alleen toegestaan buiten het spelprogramma.
– Bij kampen en weekenden wordt verzocht om niet in het bijzijn van de jeugdleden te roken.
– In loods, clubgebouw, tenten en boten mag niet gerookt worden.
4. Drugs:
– Drugs is niet toegestaan op grond van de Nederlandse wet en de gedragscode van scouting Nederland.
5. Mobiele telefoons:
– Tijdens opkomsten staat de mobiele telefoon uit en/of wordt alleen bij belangrijke dingen gebruikt. Bellen gebeurt buiten het lokaal.
6. Gebruik social media:
– Zorg dat je bewust bent van de berichten die je op internet plaatst.
– Denk hierbij aan het imago van de groep in zijn geheel.
– Interne aangelegenheden dienen intern besproken te worden en niet via social media.
7. Communicatie via mail:
– Wees kort, bondig en duidelijk in mailcontact. Wees hierbij duidelijk wat je verwacht van de andere leiding.
– Reageer op de mail indien dat gevraagd wordt.
8. Zeilen:
– Leidinggevenden die de theorie en praktijk beheersen op CWO 2-niveau mogen tot en met windkracht 3 zelfstandig zeilen tijdens de opkomsten.
– Leidinggevenden die de theorie en praktijk beheersen op CWO 3-niveau mogen tot en met windkracht 6 zelfstandig zeilen tijden de opkomsten. Zij mogen ook buiten de opkomsten boten lenen. Hier moet toestemming voor worden gevraagd bij Mireille (in verband de verhuur van de boten).
– Tijdens zeilopkomsten tot en met windkracht 3 en waarbij geen jeugdleden met CWO2-diploma in de boot zitten is er minimaal 1 (bege)leiding met een CWO2-diploma in de boot aanwezig.
– Tijdens zeilopkomsten van windkracht 4 tot en met 6 en waarbij geen jeugdleden met CWO 3-diploma in de boot zitten is er minimaal 1 (bege)leiding met een CWO 3-diploma in de boot aanwezig.
Het zeilniveau van de leidinggevenden wordt ten allen tijden door een leidinggevende met CWO 3 of een examinator van de CWO-organisatie vastgesteld.
9. Materialen
– Tenten
o Ruim de tenten schoon en droog op.
o Als tenten nog moeten drogen zorg je dat ze worden weggehaald voordat een speltak het lokaal nodig heeft.
– Boten
o Zorg ervoor dat boten opgeruimd en netjes worden achtergelaten na gebruik (huik goed vastmaken).
o In het geval van missende of kapotte onderdelen, meldt dit dan direct bij de technische staf zodat het gebrek kan worden hersteld.
– Clubgebouw
o Zorg ervoor dat de gebruikte ruimtes na de opkomst worden aangeveegd, schoongemaakt en prullenbakken geleegd worden.
o Controleer deze ruimtes op reinheid, lichten en verwarming uit en doe de voordeur op het nachtslot.
– Loods
o Laat de loods opgeruimd achter.
– Lenen van materialen
o Bij het lenen van algemene materialen van de scouting, dient dit gemeld worden bij Nico. Zo heeft Nico het overzicht van welke spullen op welke plek zijn.
o Bij het lenen van materialen van een bepaalde speltak, dient dit gemeld worden bij de teamleider van de betreffende speltak. De teamleider geeft het door aan Nico indien dit relevant is.
o Geleende spullen dienen zo snel mogelijk weer te worden geretourneerd.
o Eventuele gebreken in de geleende materialen dienen te worden gemeld bij de desbetreffende teamleider en/of Nico.